Wat is het verband tussen elke opvoedingsstijl en de ontwikkeling van een eetstoornis?
De autoritatieve opvoedingsstijl
In deze opvoedingsstijl staan een hoge mate van betrokkenheid en controle centraal. Een combinatie die volgens wetenschappelijk onderzoek een veelbelovende setting is voor adolescenten om ongestructureerd eetgedrag te vermijden en een sterke fysieke en mentale gezondheid te ontwikkelen (Berge et al., 2010; Golan & Crow, 2004; Haycraft en Blissett, 2010; Kaufman, 2015; Ramsewak et al., 2022; Robertson, 2020; Yanez et al., 2007). We zien dat ouders binnen deze opvoedingsstijl tijdens het eetmoment vaak aan modelling doen en dat de voedselinname van het kind wel gecontroleerd wordt, zonder er restricitief mee om te gaan (Collins et al., 2014; Khosravi et al., 2023b). Onderzoek toont aan dat modelling o.a. een beschermende factor kan zijn bij het ontwikkelen van verstoord eetgedrag (Birch & Fisher, 1998; Blissett & Haycraft, 2008; Collins et al., 2014; Khosravi et al., 2023b). Â
Â
Over het algemeen zien we dat kinderen van ouders die allebei een autoratieve opvoedingsstijl hanteren, het minst gedragsproblemen vertonen ten opzichte van de andere opvoedingsstijlen (Aunola et al., 2000; Baumrind, 1967, 1971, 1989, 1991; Darling & Steinberg, 1993; Dornbusch et al., 1987; Hubbs-Tait et al., 2008; Kuppens & Ceulemans, 2018; Lamborn et al., 1991; Mussen, 1983; Querido et al., 2002). Â Ook staat deze opvoedingsstijl in verband met een lager voorkomen van verstoorde eetpatronen bij kinderen (Berge et al., 2010; Golan & Crow, 2004; Haycraft en Blissett, 2010; Martinson et al., 2016; Ramsewak et al., 2022; Yanez et al., 2007). Er werd daarbij aangetoond dat ouders met deze opvoedingsstijl in staat zijn om op een passende wijze hun kind te helpen en te ondersteunen bij de behandeling van de eetstoornis (Krug et al., 2016; Robertson, 2020; Zubatsky et al., 2014).
Â
Het blijkt de meest effectieve opvoedingsstijl te zijn voor een algemeen gunstige ontwikkeling van het kind. Daarbij wordt er vastgesteld dat wanneer één ouder deze stijl hanteert, deze de eventueel minder effectieve opvoedingsstijl van de andere ouder kan bufferen. Dit kan bijvoorbeeld voordelig zijn op vlak van leren omgaan met emoties (Kuppens en Ceulemans, 2018). Wanneer specifiek de vader als autoritatief ervaren wordt door het kind, lijkt de ontevredenheid over het eigen lichaam ook af te nemen (Enten en Golan, 2009; Selby et al., 2009).
Â
Â
De autoritaire opvoedingsstijl
Volgens wetenschappelijk onderzoek lijkt er een verband te zijn tussen het hanteren van een autoritaire opvoedingsstijl en het ontwikkelen van verstoord eetgedrag bij het kind (Calam et al., 1990; Enten en Golan, 2009; Golan & Crow, 2004; Haycraft & Blissett, 2010; Khosravi et al., 2023; Kohli, 2023; Krug et al., 2016; Lobera et al., 2011; Martinson et al., 2016; Ramsewak et al., 2022; Robertson, 2020). We zien dat wanneer deze opvoedingsstijl gehanteerd wordt, er tijdens het eetmoment vaak druk wordt uitgeoefend op het kind, dat er restricties rond voeding worden meegegeven en dat er een sterke controle heerst op vlak van voeding (Collins et al., 2014; Enten en Golan, 2009; Khosravi et al., 2023b). Een studie toont daarbij aan dat de meest frequente opvoedingsstijl bij jongeren met een eetstoornis degene is waarbij er weinig betrokkenheid is, maar toch veel controle aanwezig is. Dit is het geval bij een autoritaire opvoedingsstijl (Lobera et al., 2011). De kinderen streven harder naar dunheid, ervaren symptomen van bouilimia nervosa en een ontevredenheid over hun lichaam (Bowles et al., 2011; Haycraft & Blissett, 2010; Ramsewak et al., 2022).
Â
Over het algemeen zien we dat deze kinderen het vaakst gedragsproblemen vertonen ten opzichte van de andere opvoedingsstijlen (Baumrind, 1967; Dornbusch et al., 1987; Hoeve et al., 2007; Querido et al., 2002; Steinberg et al., 1994; Williams et al., 2009). Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat adolescenten met een autoritaire moeder een grotere kans hebben om hun gewicht in extreme mate onder controle te willen houden vergeleken met leeftijdsgenoten met een moeder die een andere opvoedingsstijl hanteert. Ook hebben deze adolescenten een grotere kans om eetbuien te vertonen vergeleken met moeders met een autoratieve of permissieve opvoedingsstijl. De vader die deze opvoedingsstijl hanteert, blijkt daarnaast een mogelijke risicofactor te zijn voor ongestructureerd eetgedrag bij adolescenten waarbij de symptomen van de eetstoornis die reeds aanwezig zijn alleen maar worden versterkt. Zo werd er een lager zelfvertrouwen en een hogere kans op depressie vastgesteld bij deze adolescenten (Darling, 1999; Enten en Golan, 2009; Selby et al., 2009; Zubatsky et al., 2014).
De permissieve opvoedingsstijl
Volgens wetenschappelijk onderzoek lijkt er een (indirect) verband te zijn tussen het hanteren van een permissieve opvoedingsstijl en het ontwikkelen van verstoord eetgedrag bij het kind (Hampshire et al., 2022; Haycraft en Blissett, 2010; Mussen, 1983; Ramsewak et al., 2022). We zien dat wanneer deze opvoedingsstijl gehanteerd wordt, er (te) weinig controle rond de voeding van het kind plaats vindt (Collins et al., 2014; Khosravi et al., 2023b).
Â
Jongeren die werden opgevoed door ouders die deze stijl hanteerden, lijken impulsiever te zijn, over minder zelfbeheersing te beschikken en een grotere kwetsbaarheid te tonen voor sociale druk rond zelfbeeld. (Haycraft & Blissett, 2010; Ramsewak et al., 2022). Daarnaast lijkt het dat deze jongeren ook meer streven naar een dun lichaam en dat ze minder tevreden zijn met hun lichaam (Haycraft & Blissett, 2010).
Â
De laissez-faire opvoedingsstijl
Net zoals bij de autoritaire opvoedingsstijl ontbreekt er hier ook warmte en betrokkenheid naar het kind. Ook hier kan dit volgens wetenschappelijk onderzoek mogelijks bijdragen aan het ontwikkelen van gedragsproblemen (Baumrind, 1989; Dornbusch et al., 1987; Hoeve et al., 2007; Mandara & Murray, 2002; Wolfradt et al., 2003) en verstoord eetgedrag door het kind (Calam et al., 1990; Khosravi et al., 2023; Krug et al., 2016, Martinson et al., 2016; Robertson, 2020;).
Literatuur
Hier vind je de literatuurlijst terug.
Opmerkingen